1522
18 December. Reynoult, jonge heer tot Breederode - verklaart met dezen brief dat Hillebrant Jansz. den Otter, poorter te Amsterdamme, in eeuwige pacht van hem heeft genomen het Pancrasmeer, maar dat hij deze pacht, zijnde 15 ponden, tegen 294 ponden van 40 gr. vl. heeft afgekocht, zoodat Hillebrant dit meer als vrij eigen heeft verkregen; tevens heeft Hillebrant in pacht genomen van hem het veer te Ouderkarke, mitsgaders het Cullinx-meerken in die buurt, voor 5 jaren, waarvoor hij de pachtpenningen zal verrekenen tegen de rente van de bestaande 294 ponden en van deze penningen alzoo zal mogen korten 15 ponden voor het veer en 2 ponden voor het genoemde meerken, dat Hillebrant hem, Brederode, tot zijn begeerte weer heeft overgegeven; en na afloop van de 5 jaren, zal het Pancrasmeer aan Hillebrant in bezit en gebruik zijn.
Brief onderteekend door Reynoult de Brederode en door zijn natuurlijken oom, den bastaard Joost van Brederode, alsmede door Vranck van Alcmade, rentmeester van Kennemerland bezegeld;
S0001