27-10-1275 Tolprivilege Amsterdam
Florentius comes Hollandie uniu(er)sis p(re)sentes literas insp(ec)turis sal(ute)m. nou(er)it vniu(er)sitas / v(est)ra q(uo)d nos homines manentes apud amestelledamme in restitutionem dampno(rum) q(ue) / nos (et) homines n(ost)ri ip(si)s fecim(us) abhinc deinceps ab om(n)i exactio(n)e n(ost)ri thelonei cu(m) / bonis suis p(ro)priis q(ue) deducent seu deducu(n)t p(er) totam t(er)ram n(ost)ram duxim(us) eximendos. / In cui(us) rei testimoniu(m) p(re)sens s(cri)ptum sigillo n(ost)ro fecim(us) (com)muniri. datum apud ley/den d(omi)nica ante diem symo(n)is (et) iude ap(o)st(o)lorum anno d(omi)ni m° cc° lxxmo qui(n)to.
‘Floris graaf van Holland groet allen die deze brief zullen inzien! Laat ieder van u weten dat wij hebben beslist de mensen die nabij Amestelledamme verblijven tot herstel van de schade die wij en onze mannen hun hebben berokkend, vanaf nu van elke heffing van onze tol met hun eigen goederen die ze vervoeren of zullen vervoeren in heel ons territorium vrij te stellen. Tot getuigenis hiervan hebben wij dit geschrift van ons zegel laten voorzien. Gegeven te Leiden, de zondag vóór het feest van de apostelen Simon en Judas in het jaar 1275.’
(Transcriptie en vertaling door Michiel Verweij, Leuven)